Soort | Antwoord tijd |
Aantal normaliter benodigd voor betrouwbare toets | Voorbeeldvraag |
---|---|---|---|
Juist/Onjuistvraag of twee alternatieven | 50 sec | 80 | Vb1. Een kenmerk van het toepassen van een relatieve cesuur bij tentamineren is dat de kwaliteit van het gegeven voorafgaande onderwijs, geen invloed heeft op het aantal geslaagden. (J/O)Vb2. Wat is binnen de benadering van de Boston Consulting Group de centrale grootheid?
|
Drie alternatieven | 60 sec | 60 | Aan drie studenten wordt gevraagd een voordracht te houden tegen het gebruik van kernenergie. Alle drie de studenten zijn eigenlijk voor het gebruik van kernenergie. Sarah krijgt voor de voordracht € 5,-, Maria krijgt € 50,- en Benthe krijgt € 100,-. Welke student zal conform de cognitieve dissonantie theorie, met de grootste waarschijnlijkheid haar mening veranderen door de voordracht?
|
Vier alternatieven | 75 sec | 40 | De Boston Consulting Group heeft de zogenaamde ‘business portfolio’-matrix ontwikkeld. Welke van de onderstaande alternatieven hoort bij het kwadrant met een hoge marktgroei en een laag relatief marktaandeel? A) Cash cow B) Dog C) Star D) Question mark |
Het is aan te raden, maar niet persé noodzakelijk, de toets uit dezelfde type vragen te laten bestaan.