Zeven dodelijke zonden voor toetsvragen maken

  1. Gebruik heel vaak het woord niet en gebruik vaak ontkenningen
  2. Laat de goede studenten struikelen over een vraag
  3. Maak een speling en gramatica vouten
  4. Gebruik nooit drie woorden als je het ook met dertien woorden kan zeggen
  5. Probeer altijd de optie ‘alle bovenstaande’ en ‘geen van bovenstaande’ toe te passen
  6. Zinnen uit een studietekst moeten letterlijk in de vraag worden herhaald
  7. Allergrootste zonde: laat collega’s nooit vragen vooraf bekijken