Wat is er mis met deze vraag? (21)

Wat was de precieze reden voor de klacht bij het EHRM tegen Nederland in de zaak Auerbach?

 

a.) dat de belastingdienst ongerechtvaardigd onderscheid had gemaakt tussen auto bezitters en niet-autobezitters
b.) dat de belastingdienst ongerechtvaardigd onderscheid had gemaakt tussen personen die voor hun werk meer dan 30 km rijden en personen die minder dan 30 km rijden
c.) Dat in Nederland geen effectief rechtsmiddel openstond tegen de discriminerende behandeling door de belastingdienst
d.) Zowel de reden genoemd onder b als c.

d) is het correcte antwoord.

Wat is er mis met deze vraag? Denk er even over na. Voor een antwoord klik hier.

Een verbeterde vraag (21)

Het laatste alternatief van de vraag maakt de vraag niet eenduidig scoorbaar. Immers, als d het correcte alternatief is (en dat is het in deze vraag), dan zijn alternatief b en alternatief c in principe ook correct.

De zinsnede ‘de precieze reden’ helpt wel om er voor te zorgen dat de vragensteller argumenten geeft dat er naar de beste of meest complete omschrijving wordt gevraagd. Toch blijft de vraag multi-interpretabel.

Het zou een oplossing kunnen zijn om in de vraag alleen alternatief b of alternatief c op te nemen en twee andere alternatieven er bij te bedenken. Dan is er geen discussie meer.

Wat was één van de redenen voor de klacht bij het EHRM tegen Nederland in de zaak Auerbach?

 

a.) dat de belastingdienst ongerechtvaardig onderscheid had gemaakt tussen auto bezitters en niet-autobezitters.
b.) dat de belastingdienst niet het bezit van een Openbaar Vervoer Verklaring meewoog in de reiskostenaanslag.
c.) dat in Nederland geen effectief rechtsmiddel openstond tegen de discriminerende behandeling door de belastingdienst.
d.) dat de belastingregels in Nederland afweken op het punt van het aantal kilometers dat bepaald was t.a.v. de vrijstellingsgrens.

Vraagtypes Wiskunde, Algebra, Scheikunde

Het bevragen van wiskunde kennis en vaardigheid via digitale toetssystemen is een complex domein. Docenten moeten eenvoudig maar snel wiskundige vergelijkingen kunnen invoeren. Studenten moeten bij voorkeur ook wiskundige antwoorden kunnen invoeren. En het zou nog mooier zijn als de verschillende oplossingsstappen voor wiskundige problemen door studenten ingevoerd zou kunnen worden en door de computer automatisch nagekeken.

Helaas is dit allemaal maar beperkt mogelijk. Maar het kan wel binnen zeker grenzen. Zie bijgaande pagina op docs.qdnatoolorg voor meer informatie en voorbeelden.

 

Juist/Onjuistvragen meer laten discrimineren in een toets

Om Juist/Onjuistvragen beter onderscheid te laten maken tussen de studenten die de stof wel en niet beheersen geeft Ebel (1972) een aantal praktische aanwijzingen:

  • Gebruik meer onjuiste dan juiste stellingen in een toets.
  • Formuleer een stelling zodanig dat oppervlakkige logica een onjuiste stelling suggereert.
  • Zorg dat een onjuiste stelling een populaire misconceptie bevat of een overtuiging weergeeft die echter niet-relevant is voor de vraag.
  • Gebruik absolute bijwoorden (altijd, nooit) of vage bijwoorden (soms, vaak, sommmige, bepaalde) omgekeerd om de ’test-wise’ student de wind uit de zeilen te nemen.
  • Gebruik bewoordingen in een onjuiste stelling die ze ‘een zweem van waarheid’ geven.

Kijk ook bij het verhaal van Russel A. Dewey die hierover tips geeft.